Als kind kun je je eigen basisbehoeften niet vervullen. Je bent afhankelijk van je opvoeders. Je hebt behoefte aan veiligheid, zekerheid, zorg en goedkeuring.

Als deze basisbehoeften in je eerste jaren als kind zijn vervuld, voel je je geliefd. Je hebt dan de meeste kans zelfverzekerd door het leven te gaan, een geestelijke onbalans weer snel te herstellen.

Maar het kan ook zijn dat je gefrustreerd werd in je behoeftebevrediging door grenzen die je ouders stelden.. Als een behoefte niet wordt bevredigd en je dit niet accepteert, creëer je een gekwetst innerlijk kind dat wordt ‘bevroren’.

Zo’n gekwetst innerlijk kind wordt meestal onbewust door een klein voorval geactiveerd en kan je dan behoorlijk terroriseren… totdat je het erkend en het geeft wat het mist.

Een innerlijk kind kan bijvoorbeeld zeggen: ‘ik ben niet goed genoeg!’ of ‘als ik maar alles voor hem / haar doe dan is hij / zij wel lief voor mij’.

Zolang je de vervulling van je basisbehoeften buiten jezelf zoekt maak je je afhankelijk van anderen en ben je niet vrij.

Als je eigenliefde echter groot genoeg is, kun je al deze behoeften in jezelf vervullen en ben je vrij.